het ontwikkelmodel

Het ontwikkelmodel bestaat uit twee fases:

Fase 1: Je onderzoekt gezamenlijk de essentie van dit vraagstuk, door het vanuit verschillende perspectieven en in de context te bekijken;

Fase 2: Je bepaalt welke samenhangende bewegingen er nodig zijn op vier dimensies: bewuster, slimmer, beter en leuker.

In de ontwikkelroute zie je deze fases terug in stap 5 en stap 6.

Essentie in samenhang onderzoeken

De eerste stap is onderzoeken waar het vraagstuk werkelijk om gaat, de essentie van het vraagstuk. Vaak gaat het over heel andere dingen dan in eerste instantie lijkt. Daarom onderzoek je het vraagstuk met een aantal betrokkenen samen, ieder vanuit zijn eigen perspectief en eigen essentie. Zo kun je het vraagstuk in een grotere context plaatsen en de essentie doorgronden.

De vier basisvragen om de essentie van een vraagstuk te onderzoeken:

  1. Wat is de essentie van het vraagstuk? Wat is de kern, waar gaat het werkelijk om? Wat is de diepere laag van het vraagstuk?
  2. Wat is de gedroomde ontwikkeling? Wat is het onderliggende verlangen, wat is het hogere doel?
  3. Wat is de samenhang? Wat is de relatie met de essentie van de organisatie? Wat is de samenhang met andere vraagstukken? Wat is de samenhang met de context?
  4. Wat zijn resultaten die ertoe doen? Wat helpt het meest? Welke resultaten hebben nu de grootste hefboom?

Je hebt nu de essentie onderzocht en je hebt bepaald welke resultaten ertoe doen. Nu ga je uitzoeken welke bewegingen in samenhang nodig zijn op de vier dimensies: bewuster, slimmer, beter en leuker.

Bewuster: bewegen op leiderschap

Leiderschap gaat over bewust zijn, bewust kiezen en bewust handelen. Je hebt met elkaar het vraagstuk in beeld gebracht. Nu bepaal je hoe je verantwoordelijkheid kan nemen voor de resultaten die ertoe doen. Alle betrokkenen doen dit vanuit hun eigen essentie.
Hoe nemen we leiderschap over dit vraagstuk?

Slimmer: bewegen op interactie

Interactie gaat om de samenwerking, de communicatie en de besluitvorming. Je kijkt welke interactie wanneer nodig is en met wie – niet alleen de direct betrokkenen maar ook in een bredere context, zoals een ander team, een leidinggevende, klanten en opdrachtgevers.
Hoe organiseren we alle interactie rondom dit vraagstuk?

Beter: bewegen op borgen

Borgen gaat over voortdurend verbeteren en samen beter worden en leren. Borgen is cyclisch werken en voorspelbaar zijn waar het kan. Je hebt daarbij voortdurend aandacht voor het delen en hergebruiken van kennis en ervaring.
Hoe borgen we de resultaten bij dit vraagstuk om te kunnen verbeteren en leren?

Leuker: bewegen op voeding

Om te blijven ontwikkelen is voeding nodig. Dit kan de vorm hebben van innovatie, inzicht, waardering, vieren en van betekenis kunnen zijn. Door bewust steeds voor verschillende vormen van voeding te zorgen, kan de ontwikkeling blijven doorgaan.
Hoe zorgen we voor voeding bij de aanpak van dit vraagstuk?

Sluiten